De rangorde van schuldeisers
Er zijn drie rangen waar schuldeisers in kunnen vallen. Hoe hoger de schuldeiser in de rangorde staat, hoe groter de kans op uitbetaling. Daarnaast is er een vierde rang waarin de overige schuldeisers worden ingedeeld. Die krijgen hun geld pas als de eerste drie rangen zijn uitbetaald en er nog geld over is.
-
Boedelvorderingen
Boedelschuldeisers staan vooraan in de rij, zij hebben als eerste recht op uitbetaling. Dit gaat om bijvoorbeeld het salaris van de curator en de werknemers vanaf datum van het faillissement, de kosten van de curator en de verschuldigde huurpenningen.
-
Preferente vorderingen
De schuldeisers in de tweede rangorde noemen we preferente schuldeisers. Zij hebben voorrang boven de andere vorderingen. Dit zijn bijvoorbeeld het UWV, de Belastingdienst en werknemers met een lopende loonvordering.
-
Concurrente vorderingen
Op de derde plaats in de rangorde staan de concurrente schuldeisers. Deze hebben namelijk geen voorrang. Zij krijgen vaak maar een klein gedeelte van hun vordering uitgekeerd. Hoeveel dat is, hangt af van de hoogte van de vordering en de overgebleven gelden. Een voorbeeld van een concurrente schuldeiser is een leverancier met een openstaande factuur.
Als er uiteindelijk nog gelden overblijven, zijn deze voor overige schuldeisers, zoals de aandeelhouders van de gefailleerde rechts- of natuurlijk persoon.
Separatisten
Schuldeisers met hypotheek- of pandrecht hebben een speciale positie ten opzichte van andere schuldeisers. Deze zogenoemde separatisten kunnen hun vordering zonder tussenkomst van de curator opeisen. Dit betekent dat de opbrengst aan hen toekomt en niet aan de curator afgestaan hoeft te worden.